Interview met Wytske van der Wagen, redacteur van het nieuwe ‘Basisboek cybercriminaliteit’.

Wytske van der Wagen redacteur van het nieuwe 'Basisboek cybercriminaliteit'

Wytske van der Wagen is een van de redacteuren van het nieuwe Basisboek cybercriminaliteit. Wytske is universitair docent aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam bij de vakgroep criminologie en specialiseert zich in cybercrime. Binnenkort zal een Engelstalige en meer internationaal georiënteerde versie van het basisboek verschijnen: Essentials in Cybercrime: A criminological overview for theory and practice.

Waar is jouw interesse voor cybercrime begonnen?

Dat is in 2011 geweest toen ik met mijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen begon. Het leek mij een fascinerend onderwerp om onderzoek naar te doen en ik had ook wel het gevoel dat deze vorm van criminaliteit steeds belangrijker zou gaan worden. Nu zo’n 10 jaar verder zijn de cyberontwikkelingen echt in een stroomversnelling geraakt. Bijna dagelijks worden we met cybercrime geconfronteerd en de impact op de samenleving is groot. Des te belangrijker is het dat we in ons criminologisch onderwijs en onderzoek aandacht aan het thema besteden.

Wat heb je precies onderzocht in je proefschrift?

In mijn proefschrift From Cybercrime to Cyborg heb ik mij gericht op de relatie tussen mens en technologie bij cybercrime. Waar je bij traditionele delicten nog wel een vrij duidelijke scheiding hebt tussen mens (doel) en technologie (middel) ligt dat bij delicten zoals botnets en Ddos-aanvallen – die deels een geautomatiseerd karakter hebben – wel wat ingewikkelder. Het onderzoek biedt een alternatief criminologisch perspectief die de rol van digitale technologie op delicts-, dader- en slachtofferniveau meer op de voorgrond plaatst in de analyse.

Hoe is het Basisboek cybercriminaliteit ontstaan?

Net als co-redacteuren Jan Jaap Oerlemans en Marleen Weulen Kranenbarg liep ik rond met het gevoel dat de kennis over cybercrime nogal versnipperd is. Voor het onderwijs worden vaak losse artikelen voorgeschreven terwijl er eigenlijk behoefte is aan een boek waarin een totaalplaatje te vinden is over het fenomeen cybercrime en de aanpak. In dit boek hebben we getracht om de criminologische en juridische kennis op een overzichtelijke wijze uiteen te zetten. We besteden in het boek ook aandacht aan methoden en theorieën die je kunt gebruiken voor onderzoek naar cybercrime. Kortom een ideale basis om je als criminoloog in het fenomeen te verdiepen.

Hoe verschillen de Nederlands- en Engelstalige versie van het boek van elkaar en voor wie zijn ze interessant?

Het Nederlandstalig boek is wat meer toegespitst op de Nederlandse context, vooral als het gaat om de wetgeving. Het Engelstalige boek is wat internationaler georiënteerd zodat het ook goed bruikbaar is voor internationale studenten. Daarnaast komt er in het Engelstalige boek een compleet nieuw hoofdstuk bij over georganiseerde cybercriminaliteit.

Zijn er nog meer boeken die je zou willen maken?

Jazeker. Ik zou graag een boek schrijven over cybercrime waarin theoretische inzichten uit verschillende disciplines samenkomen. In dergelijk boek zou ik dan aandacht willen besteden aan zowel de human als de non-human factor van cybercrime om de horizon van criminologen te verbreden.

Hoe zou jij de samenwerking met Boom uitgevers Den Haag beschrijven?

Zeer prettig. Boom helpt je om een realistische planning te maken voor de publicatie van het boek en bewaakt ook de voortgang. Ze zijn heel behulpzaam, flexibel en denken graag met je mee. Ook de kwaliteit van de editors is erg goed.

Bezoek onze website voor meer informatie over het Basisboek cybercriminaliteit.

Geef een reactie

Your email address will not be published.